De avonden wordt beschouwd als een van de belangrijkste boeken uit de Nederlandse literatuur. De naoorlogse periode, vormt de wereld waarin het hoofdpersonage, Frits van Egters, zich in bevindt. Frits, die samen met zijn ouders thuis woont, wordt geplaagd door nachtmerries en lugubere gedachten.
De dood en verval zijn alomtegenwoordig in de roman wat zich uit in Frits’ obsessie met kaalheid en de lugubere, griezelige verhalen die hij vertelt. Zinloosheid, eentonigheid en eenzaamheid zijn centrale thema’s in de roman, die op zo’n manier gebracht worden, waardoor ze, allesbehalve saai zijn.
